zaterdag 25 september 2010

21 - 25 september

Hé mensen, zeg het maar eerlijk, jullie hebben ons gemist. Nou, wij jullie ook hoor!
Maar, ondanks dat we in het technologisch meest vooruitstrevende land zitten is de dekking voor wat betreft telefoon en internet niet om over naar huis te schrijven. De laatste dagen waren we van elk bereik uitgesloten maar nu zijn we er weer. Vanuit El Portal, een km of 15 buiten het Yosemite (spreek uit Jossimmittie) Park kan ik jullie weer berichten over de afgelopen dagen.

Ik sprak onlangs over de 'parel' onder de verblijven (Desert Pearl Inn bij Zion N.P.) niet wetende wat ons hier te wachten stond. Maar voor ik daar over bericht eerst terug naar het door  'King Elvis' bezongen Viva Las Vegas.
Niks geen Viva! Niks geen miljonair. De laatste avond hebben we nog diverse dollartjes in de hapgrage éénarmige bandiet gestopt zonder het gewenste resultaat. Na wat optel en aftrekberekeningen te hebben gemaakt kwam er voor Marina en mij een batig saldo van ongeveer $ 175,- uit. Toch leuk meegenomen. Ook Gretha en Frans, die nog nooit een casino van binnen hadden gezien, hebben zich met de gokautomaat kostelijk vermaakt. En das toch ook belangrijk?

Ook hebben we ons die avond vergaapt aan de enorme hotels en casino's langs de wereldberoemde Strip. Onderweg gratis (we blijven Hollanders) piratengevechten, vulkaanuitbarstingen en een op de maat van Frank Sinatra spuitende fonteinen gezien. Een knotsgekke stad waar de één zich lange tijd kan vermaken terwijl de ander met gezwinde spoed het Sodom en Gomorra achter zich laat. Ik had graag nog een dag extra gehad om te zien wat nu verborgen is gebleven.
Maar ja, ook in LV tikt de klok onverbiddelijk door en na een buffet bij Harrah's en een lekkere nachtrust vertrokken we de volgende ochtend richtingh Death Valley.

Was het in LV warm, tijdens onze rit door de woestijn bleef de temperatuur oplopen tot die uiteindelijk op 42c bleef steken. Als we de auto uitstapten voelden we een verschroeiende wind. Ik dacht op een gegeven moment ...'wat ruik ik toch?...' Bleken mn snorharen verschroeid te zijn. De airco in de auto draaide overuren maar we konden het hoofd koel houden. Death Valley staat bekend om zn enorme hitte. De maximumtemperatuur daar is gemeten was 56c.


We zijn gestopt bij Badwater, het laagste punt van de VS en hebben de 'scenic' route langs Artist palet (schilderspalet, bergen met allerlei teinten) gereden.
De zonsondergang hebben Frans Gretha en ik beleefd bij Zabriskies Point. Marina kon geen zon meer zien dus bleef in onze 'oase' Furnace Creek. Aldaar ook gegeten omdat er in de verste verte niets is. Beetje prijzig maar voordeliger dan 200km rijden voor een Big Mac menu.

De volgende morgen toerden we verder richting het westen/noorden, de ergste warmte achter ons latend. Nog even een stukje 'echte' woestijn gezien in de vorm van echte zandduinen zoals die meestal in onze gedachten komen als we het over een woestijn hebben.
In Bishop bij de bakker aangeweest. Erick Schat, een van oorsprong Hollandse bakker die daar zijn zaakjes mooi voor elkaar heeft. Met waarschijnlijk mond op mondreclame heeft hij daar een goedlopend op brood en banket en alle frutsels die je er maar bij kan bedenken in de vorm van souvenirs gestoeld bedrijf neergezet. Ik zag er zelfs de oerhollandse speculaasjes uit Ooltgensplaat liggen.
Na een bak koffie (hier is het meestal 1 bak betalen en verder onbeperkt gratis bijvullen, kaassie kaasie voor ons zuinige koffieleutende Hollanders) reden we verder naar Lee Vining (voor de uitspraak wendde men zich tot Gretha) waar de Lake View Lodge ons die nacht onderdak zou verschaffen in de vorm van een cottage met 2 slaapkamers waarvan één zonder raam. Een pot rummiCup moest uitsluitsel brengen wie de raamkamer kreeg. De van Wijken trokken aan het langste eind. Nou had ik liever een kamer zonder raam maar met een breder bed gehad. De breedte van de bedden valt me hier toch wel een beetje tegen. Vooraf dacht ik dat Marina en ik elkaar met een zaklamp zouden moeten zoeken maar o.a. hier porde ik regelmatig met mn knieen in Marina´s rug wat weer norsig knorren tot gevolg had waardoor er bijna een echtelijke ruzie uit voortgekomen zou zijn. Zover, beste lezer, is het niet gekomen.

Toch waren we de volgende morgen fit genoeg om aan de etappe naar ´Jossimmittie´ Park te beginnen. Eerst echter werd Bodie aangedaan, een oud goudzoekersstadje waar wat authentieke (zeg maar gewoon ouwe troep) gebouwen staan die herinneren aan de bloeitijd van de ´gouden eeuw´  in Californie. Interressant als je het complete verhaal hoort of kent maar Marina en Gretha hadden het er snel gezien en nadat de mannen wat kiekjes hadden genomen werd de route vervolgd over de schitterende Tioga Road die ons leidde naar de Vallei waar Curry Village gelegen is.
Dit is eigenlijk een ordinaire camping met hutje op mudje houten frames met een canvas doek erover. We hadden de beschikking over 4 slaapplaatsen, een kachel en een lichtpunt. Maar we wilden het ´campinggevoel´ een keer ondervinden en de spanning van het misschien aangevallen worden door beren. Ja mensen, er lopen daar beren rond in dat park. Men wordt er bij aankomst ook voor gewaarschuwd dat alle etenswaren, drank en medicijnen in een speciale ijzeren kist, de zogenaamde ´bearlocker´, opgeborgen dient te worden. Deze is bij elke ´cabin´ geplaatst. De nacht werd door Marina en Gretha met angst en beven tegemoet gezien. Toen we bij onze ´cabin´ aankwamen maakte Gretha een opmerking waardoor de blik van Frans Marina en mij van Gretha naar de ´bearlocker´ ging en weer terug naar Gretha. Wat Gretha zei? ...... maar hier passen toch geen beren in? ...................  Ehhh ... toch soms vervelend wanneer je de Engelse taal niet machtig bent.
 's Nachts moest door de dames wegens 'hoge nood' het toilet met een bezoek vereerd worden en Frans en ik zijn toen als ´stoere´ mannen met de dames naar het toilet gelopen. De beren hielden zich gelukkig koest.

De volgende ochtend, na een matige nachtrust mede veroorzaakt door de ´berenangst´  en de bedden die meer het comfort hadden van een houten plank zijn we de schoonheid van het park gaan bekijken met o.a. een bezoek aan Glacier Point en een wandeling naar een waterval.
´s Middags, na een eigen lunch (wat we veel deden), reden we naar onze huidige verblijfplaats, de Cedar Lodge in El Portal, zoals ik al zei, vlak buiten ´Jossimmittie´.
Aldaar ingechecked. Ik had 2 gewone motelkamers besproken. Hoorde de ´attendant´ wel iets over een suite en private pool maar ja, wie hecht daar waarde aan?
Kamer 516. Sleutel in het slot. Deur open. Openvallende monden, verbaasde blikken. Klopt dit? Ja, dit klopt.
Mensenlief, een VILLA!! 3 slaapkamers waarvan één joekel met megadoorloopbadkamer (leuke voor scrabble), nog twee (2) badkamers, complete keuken. Dan buiten een tuin zo groot als morgen de hele dag met een zwembad van bijna olympische afmetingen (s´nachts verlicht), een zitje, ligstoelen voor een compleet leger, barbeque, teveel om op te noemen. Frans Gretha en Marina liggen nu te bakken in hun privédomein terwijl ik me uit zit te sloven in de lobby. Weet je?  Ik ga me ook in mn zwembroek schieten en voor 1 dag waan ik me de president van de Verenigde Staten in zijn buitenverblijf!

Tot de volgende keer.

PS. Jaap (mn 'breur'), vanavond eten we kruipers, dopaarten en érepuls.
Zo zie je, ik verloochen mn afkomst niet.